Wiscat Pabo: dit is wat je weten moet
Wiscat Pabo is een verplichte rekentoets die je in het eerste jaar van je pabo opleiding moet afleggen. Je krijgt drie pogingen om te slagen. Heb je daarna nog steeds geen voldoende? Dan mag je de opleiding niet voortzetten. Het is dus belangrijk dat je de Wiscat serieus neemt. Mocht je moeite hebben met rekenen? Dan is Wiscat pabo oefenen aan te raden. De Wiscat pabo toets kun je op verschillende manieren voorbereiden. Onder meer door een Wiscat pabo oefentoets te maken. Ook kun je Wiscat bijles nemen, zowel offline als online.
Inhoudsopgave:
Wat mag je van Wiscat verwachten?
De Wiscat pabo rekentoets bestaat uit een set van vragen die je in 100 minuten tijd op de computer moet beantwoorden. De toets bestaat onder andere uit hoofdrekenen en rekenen met kladblok. Je moet de rekenbasisvaardigheden kennen: hier worden optellen, aftrekken, maar ook delen en vermenigvuldigen onder gerekend. Verder moet je overweg kunnen met procenten, verhoudingen en breuken. Verder hou je je bezig met meetkunde en meten, evenals met informatieverwerking. Zo moet je bijvoorbeeld grafieken kunnen aflezen en invullen.
Wat is de normering van de Wiscat pabo?
Je kunt per vraag van de Wiscat toets een aantal punten verdienen. Het belangrijkste cijfer voor de normering Wiscat pabo om te onthouden is 103. Zoveel punten heb je nodig om omgerekend precies een 5.5 te halen en te slagen. Overigens geldt het zo dat je met elke uitslag tussen 0-58 punten een 1 krijgt voor je toets en met alles tussen 155-200 een 10.
Wat zijn de onderdelen van de Wiscat pabo?
De Wiscat pabo bestaat uit flink wat oefeningen. In totaal moet je 50 vragen beantwoorden. de eerste 15-17 hiervan bestaan uit hoofdrekenen. Hiervoor krijg je 15 minuten: dus ongeveer 1 opgave per minuut. Voor de overige vragen heb je 75 minuten de tijd. Deze opdrachten zijn wat uitgebreider. Ter compensatie mag je er kladpapier bij gebruiken.
Tijdens de Wiscat toets zul je onder meer moeten delen en vermenigvuldigen, optrekken en aftellen. Je houdt je bezig met breuken, percentages en verhoudingen. Maar ook met het berekenen van omtrek, inhoud en de stelling van Pythagoras. Machtsverheffen betekent werken met exponenten (kwadraat of groter). 5 tot de macht 4 houdt bijvoorbeeld 5x5x5x5 in.
Wat zijn de basisvaardigheden van de wiscat pabo?
Oefenen voor de Wiscat pabo houdt in dat je je voor een groot gedeelte richt op aftrekken, optellen, delen en vermenigvuldigen. Deze vier rekenkundige vaardigheden worden de basisvaardigheden genoemd. De meeste mensen zullen deze wel voldoende beheersen. In de regel worden vermenigvuldigen en delen wat moeilijker gevonden dat optellen en aftrekken.
Verder moet je met percentages (%), breuken (bijvoorbeeld ¾ of 5/6) om kunnen gaan. Ook verhoudingen spelen hierin een rol (2:3 is bijvoorbeeld hetzelfde als 4:6 of 6:9). Wat ook heel belangrijk is – hier zul je tijdens oefentoetsen Wiscat pabo achter komen – is dat je goed informatie kunt interpreteren. Soms moet je uit een langer stuk tekst belangrijke informatie vissen. Op je kladpapier schrijf je dan alleen die zaken die echt belangrijk zijn voor de som.
Voorbereiden Wiscat Pabo
Wil je er zeker van zijn dat je voor de Wiscat Pabo slaagt? Dan kun je je maar beter goed voorbereiden. De test is voor veel studenten namelijk moeilijker dan ze in eerste instantie hadden verwacht. Oefentoetsen Wiscat pabo geven je een goed beeld van wat je precies moet verwachten. Je ontdekt hoe moeilijk de sommen zijn, wat voor sommen je krijgt en hoeveel tijd je er gemiddeld over doet om een som op te lossen. Een Wiscat pabo rekentoets oefenen houdt in dat je een streepje voor krijgt op elke student die niet geoefend heeft. Door op tijd te beginnen met oefenen leer je sneller rekenen en ontdek je waar je minder goed in bent.