Inhoudsopgave:
Theorie breuken
De betekenis van breuken is dat je een geheel getal deelt door een ander geheel getal. Het getal dat boven de streep staat is de teller en het getal wat onder de streep staat is de noemer.
Breuken kun je in 2 vormen onderdelen: Je hebt stambreuken (¼ of ⅕) en gemengde breuken (1 ⅖ of 5 ⅓). Als je een breuk vermenigvuldigd met hetzelfde getal, blijft de breuk altijd zijn eigen waarde houden. Dat geldt ook als je het deelt door hetzelfde getal.
Breuken optellen en aftrekken
Breuken kun je alleen optellen of aftrekken als ze gelijknamige breuken zijn, dus als de noemers gelijk zijn. Je kunt de breuken dan optellen of aftrekken door de tellers bij elkaar op te tellen of van elkaar af te trekken. De noemer blijft gewoon hetzelfde. Je moet een breuk zo opschrijven dat deze altijd kleiner is dan 1. Heb je een breuk waarvan teller groter is dan de noemer, bijvoorbeeld: 10/8 of 5/4, dan moet je die vereenvoudigen.
voorbeeld: 10/8 = 1 ¼ (want 2/8 staat gelijk aan 1/4) of 1 ¼
Breuken vermenigvuldigen
Je hebt twee verschillende manieren met het vermenigvuldigen van breuken.
Het vermenigvuldigen van een breuk met een geheel getal, en het vermenigvuldigen van een breuk met een breuk.
Vuistregel: breuken vermenigvuldigen, is teller keer teller, noemer keer noemer en vereenvoudigen wanneer het nodig is.
Breuken delen
Het delen van een breuk is het omgekeerde van het vermenigvuldigen van een breuk.
Hier telt er ook twee manieren van het delen van een breuk, het delen van breuk met een geheel getal en het delen van een breuk door een breuk.
Het delen van een breuk door een heel getal, deel je de teller door een geheel getal, voorbeeld: 8/10 : 4 = 2/10. De noemer blijft hetzelfde.
Bij het delen van een breuk door een breuk, dit los je op door te vermenigvuldigen met het omgekeerde. Als je ¾ hebt, moet je dat omdraaien en wordt het 4/3
Voorbeeld: nu wordt de som, ½ x 4/3 = 4/6 = ⅔
Oefentoets Breuken
Breuken Tips
- Vereenvoudigen: Als de breuk te groot is, kun je simpelweg de grootste getal vereenvoudigen.
- Gelijk maken: Bij verschillende noemers, kun je de noemers gelijk te maken. Zo kun je de breuken gemakkelijker uitrekenen.
- Maak van een geheel getal een breuk: Als je een som hebt met een hele getal en een breuk. Het is makkelijker om een gehele getal een breuk te maken, dan ga je de gehele getal niet meer vergeten om op te tellen, af te trekken of te vermenigvuldigen.
Rekenen Pabo oefenen
Wil je Rekenen pabo oefenen? Doe dan de Pabo rekentraining. Met onze Pabo rekentraining kun je levenslang veel gebruikte onderdelen van de rekentoets oefenen. Op deze manier zorg je ervoor dat je automatisch beter gaat presteren op de rekentoets, door middel van herkenning van de manier van vraagstelling en door het oefenen van de stof op de juiste manier! Klik hier om verder te gaan naar de Pabo rekentraining.